Nom.: der basische|ein basischer|— basischer Akk.: den basischen|einen basischen|— basischen Dat.: dem basischen|einem basischen|— basischem Gen.: des basischen|eines basischen|— basischen Nom.: der basischere|ein basischerer|— basischerer Akk.: den basischeren|einen basischeren|— basischeren Dat.: dem basischeren|einem basischeren|— basischerem Gen.: des basischeren|eines basischeren|— basischeren Nom.: der basischste|ein basischster|— basischster Akk.: den basischsten|einen basischsten|— basischsten Dat.: dem basischsten|einem basischsten|— basischstem Gen.: des basischsten|eines basischsten|— basischsten
Femininum
Nom.: die basische|eine basische|— basische Akk.: die basische|eine basische|— basische Dat.: der basischen|einer basischen|— basischer Gen.: der basischen|einer basischen|— basischer Nom.: die basischere|eine basischere|— basischere Akk.: die basischere|eine basischere|— basischere Dat.: der basischeren|einer basischeren|— basischerer Gen.: der basischeren|einer basischeren|— basischerer Nom.: die basischste|eine basischste|— basischste Akk.: die basischste|eine basischste|— basischste Dat.: der basischsten|einer basischsten|— basischster Gen.: der basischsten|einer basischsten|— basischster
Neutrum
Nom.: das basische|ein basisches|— basisches Akk.: das basische|ein basisches|— basisches Dat.: dem basischen|einem basischen|— basischem Gen.: des basischen|eines basischen|— basischen Nom.: das basischere|ein basischeres|— basischeres Akk.: das basischere|ein basischeres|— basischeres Dat.: dem basischeren|einem basischeren|— basischerem Gen.: des basischeren|eines basischeren|— basischeren Nom.: das basischste|ein basischstes|— basischstes Akk.: das basischste|ein basischstes|— basischstes Dat.: dem basischsten|einem basischsten|— basischstem Gen.: des basischsten|eines basischsten|— basischsten
Plural
Nom.: die basischen|(keine) basischen|— basische Akk.: die basischen|(keine) basischen|— basische Dat.: den basischen|(keinen) basischen|— basischen Gen.: der basischen|(keiner) basischen|— basischer Nom.: die basischeren|(keine) basischeren|— basischere Akk.: die basischeren|(keine) basischeren|— basischere Dat.: den basischeren|(keinen) basischeren|— basischeren Gen.: der basischeren|(keiner) basischeren|— basischerer Nom.: die basischsten|(keine) basischsten|— basischste Akk.: die basischsten|(keine) basischsten|— basischste Dat.: den basischsten|(keinen) basischsten|— basischsten Gen.: der basischsten|(keiner) basischsten|— basischster
