Nom.: der haarscharfe|ein haarscharfer|— haarscharfer Akk.: den haarscharfen|einen haarscharfen|— haarscharfen Dat.: dem haarscharfen|einem haarscharfen|— haarscharfem Gen.: des haarscharfen|eines haarscharfen|— haarscharfen
Femininum
Nom.: die haarscharfe|eine haarscharfe|— haarscharfe Akk.: die haarscharfe|eine haarscharfe|— haarscharfe Dat.: der haarscharfen|einer haarscharfen|— haarscharfer Gen.: der haarscharfen|einer haarscharfen|— haarscharfer
Neutrum
Nom.: das haarscharfe|ein haarscharfes|— haarscharfes Akk.: das haarscharfe|ein haarscharfes|— haarscharfes Dat.: dem haarscharfen|einem haarscharfen|— haarscharfem Gen.: des haarscharfen|eines haarscharfen|— haarscharfen
Plural
Nom.: die haarscharfen|(keine) haarscharfen|— haarscharfe Akk.: die haarscharfen|(keine) haarscharfen|— haarscharfe Dat.: den haarscharfen|(keinen) haarscharfen|— haarscharfen Gen.: der haarscharfen|(keiner) haarscharfen|— haarscharfer